Waarom lacht Frenkie ook als er niet zoveel te lachen valt?

Of het nou een ontspannen gesprek is over successen of een gesprek over minder leuke zaken; op het gezicht van Frenkie de Jong verschijnt met grote regelmaat een (glim)lach. Wat zegt dan die lach op zo’n moment dat er feitelijk niets te lachen valt?

Van de microbewegingen in het gezicht van Frenkie de Jong, is zijn (glim)lach de meest dominant aanwezige. Dit geeft hem over het algemeen een aimabele en benaderbare uitstraling. Maar: als het gesprek gaat over zaken die minder leuk zijn, zoals het slecht presteren van en de aanhoudende onrust bij FC Barcelona, is daar die lach nog steeds; als op zijn gezicht gebeiteld en nu ineens een trek die verwarring geeft en de impact heeft van iets ontwijkends. Want wát vindt hij nou echt?

Microbewegingen

Wat zijn microbewegingen en wat kunnen we ermee? Onderzoek van het Instituut voor Non-verbale Strategie Analyse (INSA) heeft uitgewezen dat ieder individu een consistente set van microbewegingen in het gezicht heeft, het zogenaamde Persoonlijk Non-verbale Repertoire (PNR). Dit zijn bewegingen als het optrekken van de wenkbrauwen, het aanknijpen van de onderste oogleden, knipperen, fronsen, het laten zakken van oogleden en het optrekken van mondhoeken, de glimlach dus. Deze microbewegingen zijn zichtbaar ongeacht de situatie of interactie partner, zijn onbewust en niet te manipuleren. Als de spanning toeneemt, nemen ook de bij het PNR behorende bewegingen in frequentie en duidelijkheid toe.

Natuurlijk zijn mensen oneindig complex, individueel verschillend en ontwikkelt een ieder zich gedurende het leven op persoonlijk niveau, maar dit PNR geeft ons essentiële informatie over iemands gedragstendensen. Er is sprake van een aantal significante correlaties tussen iemands non-verbale repertoire en zijn of haar gedragsrepertoire en de basisbehoefte waar het de interactie met een ander betreft.

De ‘Smiler’

Even terug naar Frenkie en zijn eeuwige glimlach. Mensen die net als Frenkie de Jong als dominant onderdeel van hun PNR de ‘smile’ hebben, zijn makkelijk in de omgang, soepel, attent, oplossingsgericht en hebben goed oog voor kwaliteit.

Maar als ze zich minder comfortabel voelen, bijvoorbeeld als ze voor de camera moeten praten over zaken waar ze het op dat moment misschien liever niet over hebben, of die hen onaangenaam raken, is hun neiging om het probleem dat ze ervaren en hun eigen negatieve gevoelens daarbij te negeren. Dit uit zich naar buiten toe in dat geval vaak met een glimlach. Een glimlach die de ander op zo’n moment het gevoel kan geven van onvoorspelbaarheid, onveiligheid of noodzaak tot alertheid: “Hee er klopt iets niet, hier wordt iets verhuld…”.

Smiler Frenkie vs. Smiler Rutte; aaibaar vs. scherp

Frenkie kan overigens door zijn soepele likeability én enorme talent bij de meesten wel een potje breken. Zelfs de meest doorgewinterde en cynische voetbal-analisten willen hem vooral een aai over zijn bol geven. Aaibaar, benaderbaar, maakt ons meestal blij én houdt zich verbaal rustig en redelijk op de vlakte. Ofwel; onze systeem-detectoren die ons waarschuwen of iets veilig of onveilig is, springen bij iemand als Frenkie niet zo snel op rood.

Maar er zijn ook ‘smilers’ die net wat meer uit te leggen hebben. Neem bijvoorbeeld premier Rutte, die de lach ook als onderdeel vann zijn PNR heeft, maar zeker niet als meest dominante onderdeel, zoals bij De Jong. Dat zien we terug in zijn gedragsrepertoire waar oa veel meer sprake is van verbale scherpte, minder flexibiliteit en een hoekiger wijze van bewegen, letterlijk en figuurlijk. Rutte zien we vaak lachen in combinatie met een scherpe opmerking, een hardere boodschap of een vraag aan hem over ongemakkelijke inhoud. Hij lacht op zo’n moment niet omdat hij het zelf zo leuk of grappig vindt, in tegendeel zou ik zeggen. Maar zijn lach kan juíst dan, ook gezien zijn rol en functie, helemaal verkeerd vallen bij de ontvanger, tot aan code rood: “Deze man is onbetrouwbaar!”

Afhankelijk van moment, emotie, situatie, status van of relatie tot de ‘smiler’, kunnen mensen bijzonder allergisch reageren op dit lachen als er eigenlijk niets te lachen valt.

Betekenis van en behoefte achter zo’n lach als er niets te lachen valt

Belangrijk is dan om te weten dat achter die lach een behoefte schuilt. Namelijk de intrinsieke behoefte van het in contact blijven, ondanks het oncomfortabele van de situatie of interactie. Zo groot is die behoefte, dat het dus soms voor de ‘smiler’ te prefereren is om het eigen gevoel van ongemak weg te lachen en daarmee te hopen op (blijvende) verbinding. Met dan soms als jammerlijk tegenovergesteld resultaat dat de ander zegt: “De groeten, ik vertrouw jou niet.”

Zonde! Want meestal echt onnodig, zoals zoveel van het onderlinge oordelen op basis van wat we wel zien maar niet begrijpen.

Ben benieuwd: hoe reageer jij vanuit jouw persoonlijke voorkeur op mensen met een ‘smile’, ook al valt er niets te ‘smilen’?